Doorgaan naar hoofdcontent

le Siou Blanc

Vrijdag 22 maart : Le Revest - Signes - Vallon du Latay

De bivakplek was zalig. Maanlicht, prachtige sterrenhemel, het gekwaak van de kikkers juist luid genoeg om te dienen als indommelmuziekje, de juiste rotsen als zitbank en boompjes als kapstok. Voor het eerst in dagen zijn dat niet alleen harsige dennenbomen en prikkende garrigue-struikjes.

Het dorp Le Revest ligt vlakbij. Ik zal het geweten hebben : om het halfuur meldt de kerkklok hoe laat het is. 

Ik doe het traag deze morgen. Laat de tent en de slazpzak maar goed drogen. 

De Siou Blanc is een droog kalkplateau op 600 à 800 m hoogte. Grotendeels bebost. Kalkrotsen en canyons zijn er niet, wie hier avontuurlijke toeren wil uitsteken gaat ondergronds in de honderden grotten of "Aven" zoals ze hier heten. Ik volg deels de GR99, deels "le sentier du souvenir". Die verbindt enkele van de schuilplaatsen van het verzet, dat in 1944 hielp met de landing van Franse en Amerikaanse troepen bijToulon.

En het is hier veel te warm, zonnig en windstil. Ik kruis twee oudere locals die de winterjas aanhebben (want in maart kan het nog gemeen koud zijn op de Siou Blanc). Dus blijkbaar ongewoon erg warm.

In Signes houd ik een lange pauze. Yogurtje degusteren, babbeltje met een gepensioneerde over de Vlaamse voorjaarsklassiekers, genieten van het mooie authentiek gerenoveerde dorpscentrum. De man wijst me door naar de bibliotheek voor een uurtje batterij opladen. Ik vergeet mijn wandelstokken. Als ik de bibliotheek terug uitkom krijg ik ze terug, maar met een flinke preek. Zomaar puntig gevaarlijk spul achterlaten ? Ze was er mee op weg naar de politie. Ik krijg nog wat waarschuwingen mee over de mistral en dat ik mijn tentplekje goed beschermd moet kiezen. (Oef, bivakkeren wordt hier aanvaard als iets normaal).

Na Signes verandert het landschap : meer uitgesproken valleien en kammen en vooral kabbelende beekjes. Ik geef er nog een flinke lap op, + 450 en terug dalen naar de volgende vallei : die van le Latay. Ik vind een prachtig plekje tussen eikenboompjes een stuk boven de beek. Door al het getreuzel is het al laat : me wassen in de beek is nog net in de schemering maar de rest van de bivakrituelen zijn bij hoofdlamp licht. 

Het stuwmeertje bij Le Revest.

De oude hoeve van Le Siou Blanc. Vroeger een bivakhut, nu gesloten.


Het centrum van Signes

De kapel van Châteauvieux. Deze burchtheuvel was lang geleden het centrum van Signes.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Wandelen rond Marseille : praktisch

Marseille is geen klassieke wandelbestemming. Het heeft nochtans zeer sterke troeven : vlotte bereikbaarheid en prachtige natuur vlakbij. Een ideale bestemming voor een midweek of zo in  maart / april. Wat zijn de troeven ? De vlotte en spotgoedkope reis . De TGV van OuiGo brengt je in 4,5 uur van Lille naar Marseille voor 25 à 40 €. Onklopbaar. Het openbaar vervoer vanuit Marseille is uitstekend. Houd bij de planning goed rekening met het sterk beperkte aanbod op zondag. De mooie natuur . Het Nationaal Park van de Calanques is prachtig : een unieke mix van echt berglandschap met diepblauw middellandse zee water. Ook Sainte-Baume , de Montagne de Sainte Victoire , de Côte Bleue zijn goede wandelgebieden waar je flink wat hoogtemeters kan maken op echte bergpaden. De Iles de Frioul , de kustpaden bij Bandol en Cap Scié zijn in de praktijk iets voor een halve dag, dus veel kleiner. Anderzijds zijn die gebieden geen aaneengesloten geheel. Er lopen wel GR paden die alles verbinden, ma

De hoogste klif van Frankrijk

Donderdag 21 maart : la Fontasse - Cassis - le Ciotat  La Fontasse ligt op een kruispunt : er was dus nog één richting waarlangs ik niet gepasseerd was. De rechtstreekse weg naar Cassis. Vrij open bos, met in een bocht van de weg een laatste blik op de gele muren van de jeugdherberg.  Tweede keer Cassis , en ik ontdekte nog veel nieuwe dinskes. Een korte babbel met een verhuurder van zeekajaks, het typische GR monument voor het stuk door de Calanques, luxueuze wijnkastelen en sterrenrestaurants wat verder weg van het centrum.   Daar kom ik allemaal niet voor. De kam, de "crête", en daarvoor moet er eeerst zo'n 300 m gestegen worden. Speciaal sfeertje : autotoeristen, fietsers, stappers en rotsklimmers zitten elk in hun eigen vakjes. Maar op iedere col op de Crête de Soubeyrane komen ze weer allemaal samen  Bij een klif hoort (soms) een undercliff. Hier dus ook. Een zwart gemarkeerd bergpad leidt door een wondere wereld van grotjes en erosievormen, zo'n 100 m lager d