Doorgaan naar hoofdcontent

Twee Provençaalse stadjes

Zaterdag 24 maart : Bertagne - Gemenos - Aubagne. En nog een scheut Marseille. 

De nacht was prima. De stormwind liet zich wel horen, maar mijn plekje bleef uit de wind. 

Na het inpakken ging ik voor het ontbijt langs bij de scouts in de hut. Ik dacht van ze te verrassen met een goede portie hete chocolademelk (ik had er daarvan veel te veel mee). Noppes, ik was blijkbaar vergeten hoe puberjochies aankijken tegen betweters met grijs haar. En ik bleef dus een buitenstaander.

Dan maar direct de afdaling door de wilde vallei van de Fauge. Ze komt abrupt uit op een vlak stuk met resten van een grote abdij : de abdij van St-Pons. Tegen dat ik alle verrassende hoekjes van het hele terrein verkend heb en naar Gemenos afdaal, kruis ik de eerste dagwandelaars. We blijken gescheiden door een gesloten houten poort : het hele park is dicht wegens de mistral. Totaal onbegrip : het waait hier, diep in de ingesloten vallei, amper. Ik klim over het hek en verken Gemenos. Dit is blijkbaar een sjieke uithoek voor deftige mensen uit de regio Marseille : zowat alles is hier verboden (fietsen, voetballen, muziek maken, kampen bouwen, picknicks, in het water spelen, ...). 



De abdijmolen van St-Pons is omgebouwd tot een fantasie-parkje door de rijke Franse familie die de abdijgebouwen ombouwde tot een papierfabriek in de 19° eeuw.


De bus rijdt niet op zondag.
Geen probleem, we zijn hier om te wandelen. Te voet dan maar naar het station van Aubagne. 
Die extra 6 km lopen door een vlakte die op z'n Vlaams alle landbouw ziet verdwijnen voor rommelige verkavelingen en verpaarding. 

Aubagne heeft een mooi middeleeuws centrum, met allemaal steegjes op een heuvel. De weg uit dit doolhof blijkt eenvoudig : ik hoor het een local uitleggen aan haar kleindochter : bij iedere kruising bergaf. 
Ik ben op het goede moment om op de markt wat Provençaalse hapjes in te slaan. 

De Tour d'Horloge in het oude centrum van Aubagne

In Marseille is er nog tijd voor een bezoek aan le Panier (de oudste wijk, met wortels in de Griekse tijd en een steegjeswirwar als in Aubagne), de oude haven en de heuvel met de kathedraal en het enorme vergulde Mariabeeld. 
 
Was er een dag meer geweest : vanuit het Parc van St-Pons (waar je met een waterfilter de watervoorraad terug kan bijvullen) vertrekt de GR naar Cassis (met een vervelend stuk van enkele km parallel met de snelweg) of een reeks lokale paden naar Le Ciotat. Bergpaden en mountainbike pistes over enkele heuvelkammen van ca. 500 m hoog.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wandelen rond Marseille : praktisch

Marseille is geen klassieke wandelbestemming. Het heeft nochtans zeer sterke troeven : vlotte bereikbaarheid en prachtige natuur vlakbij. Een ideale bestemming voor een midweek of zo in  maart / april. Wat zijn de troeven ? De vlotte en spotgoedkope reis . De TGV van OuiGo brengt je in 4,5 uur van Lille naar Marseille voor 25 à 40 €. Onklopbaar. Het openbaar vervoer vanuit Marseille is uitstekend. Houd bij de planning goed rekening met het sterk beperkte aanbod op zondag. De mooie natuur . Het Nationaal Park van de Calanques is prachtig : een unieke mix van echt berglandschap met diepblauw middellandse zee water. Ook Sainte-Baume , de Montagne de Sainte Victoire , de Côte Bleue zijn goede wandelgebieden waar je flink wat hoogtemeters kan maken op echte bergpaden. De Iles de Frioul , de kustpaden bij Bandol en Cap Scié zijn in de praktijk iets voor een halve dag, dus veel kleiner. Anderzijds zijn die gebieden geen aaneengesloten geheel. Er lopen wel GR paden die alles verbinden, ma

De hoogste klif van Frankrijk

Donderdag 21 maart : la Fontasse - Cassis - le Ciotat  La Fontasse ligt op een kruispunt : er was dus nog één richting waarlangs ik niet gepasseerd was. De rechtstreekse weg naar Cassis. Vrij open bos, met in een bocht van de weg een laatste blik op de gele muren van de jeugdherberg.  Tweede keer Cassis , en ik ontdekte nog veel nieuwe dinskes. Een korte babbel met een verhuurder van zeekajaks, het typische GR monument voor het stuk door de Calanques, luxueuze wijnkastelen en sterrenrestaurants wat verder weg van het centrum.   Daar kom ik allemaal niet voor. De kam, de "crête", en daarvoor moet er eeerst zo'n 300 m gestegen worden. Speciaal sfeertje : autotoeristen, fietsers, stappers en rotsklimmers zitten elk in hun eigen vakjes. Maar op iedere col op de Crête de Soubeyrane komen ze weer allemaal samen  Bij een klif hoort (soms) een undercliff. Hier dus ook. Een zwart gemarkeerd bergpad leidt door een wondere wereld van grotjes en erosievormen, zo'n 100 m lager d

le Siou Blanc

Vrijdag 22 maart : Le Revest - Signes - Vallon du Latay De bivakplek was zalig. Maanlicht, prachtige sterrenhemel, het gekwaak van de kikkers juist luid genoeg om te dienen als indommelmuziekje, de juiste rotsen als zitbank en boompjes als kapstok. Voor het eerst in dagen zijn dat niet alleen harsige dennenbomen en prikkende garrigue-struikjes. Het dorp Le Revest ligt vlakbij. Ik zal het geweten hebben : om het halfuur meldt de kerkklok hoe laat het is.  Ik doe het traag deze morgen. Laat de tent en de slazpzak maar goed drogen.  De Siou Blanc is een droog kalkplateau op 600 à 800 m hoogte. Grotendeels bebost. Kalkrotsen en canyons zijn er niet, wie hier avontuurlijke toeren wil uitsteken gaat ondergronds in de honderden grotten of "Aven" zoals ze hier heten. Ik volg deels de GR99, deels "le sentier du souvenir". Die verbindt enkele van de schuilplaatsen van het verzet, dat in 1944 hielp met de landing van Franse en Amerikaanse troepen bijToulon. En het is hier vee